In het bevolkingsonderzoek krijgen vrouwen van 50 tot en met 75 jaar elke twee jaar een oproep om zich te laten testen op borstkanker. Wie ouder is, moet zo’n onderzoek zelf regelen. Volgens wetenschappers heeft zo’n periodieke screening op latere leeftijd weinig nut, omdat tumoren dan zo langzaam groeien dat de meeste patiënten eerder aan iets anders overlijden. De eisers vonden dat discriminatie en heel erg wrang. Zij stelden dat jaarlijks wel degelijk honderden oudere vrouwen onnodig sterven aan borstkanker.
Volgens het gerechtshof is de afweging tussen het nut van de screening en de medische risico’s als die niet plaatsvindt, een medisch vraagstuk. De minister van Volksgezondheid mag zijn beleid daarom volledig baseren op advies van wetenschappers, in dit geval van de Gezondheidsraad. Alleen als er sterke aanwijzingen zijn dat een advies niet deugt, moet daarvan worden afgeweken. Dat is bij het borstkankeronderzoek niet het geval, aldus het hof.
Toch meent advocaat Richard Korver van de vrouwen dat de deur niet helemaal dicht is. Hij overweegt een bodemprocedure te beginnen.
Op een punt is hij niet ontevreden. Het hof stelt dat oudere vrouwen wel het recht hebben zich te laten controleren. Dat is volgens Korver een verbetering van hun rechtspositie. ‘Zij kunnen met deze uitspraak bij de huisarts een onderzoek afdwingen. Nu is het beleid zo, dat de huisarts hier niet op ingaat tenzij er klachten zijn’, aldus de raadsman. Zo’n onderzoek gebeurt dan in het ziekenhuis door radiologen. ‘Dat is een nadeel. Mensen die de mammografie voor het bevolkingsonderzoek maken, zijn gespecialiseerd. Zij doen niets anders. Zij zien direct of er iets mis is.’