Op deze pagina verschijnen in alfabetische volgorde de typegoedgekeurde systemen voor gebruik in de prenatale screening. Op dit moment vinden er meerdere typekeuringen plaats.
De typegoedgekeurde systemen tot nu toe treft u hieronder aan.
Om de voorwaarden voor het gebruik van een bepaald echosysteem in de prenatale screening te zien, klikt u op het betreffende systeem.
Het wordt geadviseerd om de Precision 6 en Precision 7 modes niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om de Precision 6 en Precision 7 modes niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om de Precision 6 en Precision 7 modes niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om de Precision 6 en Precision 7 modes niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om bij de i10CX1 probe met Precision stand 4, 5, met beleid te gebruiken en 6, 7 én 8 niet te gebruiken. Tevens wordt geadviseerd om de 11C3 met Precision 2, 3 met beleid te gebruiken en stand 4 niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om bij de i10CX1 probe met Precision stand 4, 5, met beleid te gebruiken en 6, 7 én 8 niet te gebruiken. Tevens wordt geadviseerd om de 11C3 met Precision 2, 3 met beleid te gebruiken en stand 4 niet te gebruiken.
Opmerking: De Precision processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Opmerking: Post-processing algoritmen voor beeldkwaliteit, zoals SRI (Speckle Reduction Imaging) en Radiant, kunnen de weergave van het echobeeld veranderen en worden momenteel verder geëvalueerd om gedetailleerde aanbevolen gebruikstoepassingen op te stellen. Zolang deze evaluatie loopt, adviseren wij deze post-processing functies verstandig toe te passen en in overeenstemming met de klinische richtlijnen.
Filters (aangeduid als SRI, VSRI, V-SRI, CRI in het gedeelte met beeldinformatie) beïnvloeden het uiteindelijke beeld, waardoor details vervaagd of onrealistisch kunnen worden weergegeven. Voor diagnostische doeleinden moet hiermee rekening worden gehouden of moeten relevante gebieden nogmaals zonder filters worden gecontroleerd, zoals aanbevolen in de handleiding van de leverancier.
Opmerking: Post-processing algoritmen voor beeldkwaliteit, zoals SRI (Speckle Reduction Imaging) en Radiant, kunnen de weergave van het echobeeld veranderen en worden momenteel verder geëvalueerd om gedetailleerde aanbevolen gebruikstoepassingen op te stellen. Zolang deze evaluatie loopt, adviseren wij deze post-processing functies verstandig toe te passen en in overeenstemming met de klinische richtlijnen.
Filters (aangeduid als SRI, VSRI, V-SRI, CRI in het gedeelte met beeldinformatie) beïnvloeden het uiteindelijke beeld, waardoor details vervaagd of onrealistisch kunnen worden weergegeven. Voor diagnostische doeleinden moet hiermee rekening worden gehouden of moeten relevante gebieden nogmaals zonder filters worden gecontroleerd, zoals aanbevolen in de handleiding van de leverancier.
Opmerking: Speckle Reduction Imaging (SRI) is een adaptief filterproces dat de contrastwaarneembaarheid van echobeelden verbetert door toepassing van speckle-reductie, ruis-reductie en edge-enhancement technieken. Deze filters leiden echter ook tot verminderde detailwaarneembaarheid en het ophalen van randen rondom weefselovergangen (en andere filtereffecten) die kunnen leiden tot structuur-, vorm- en echodensiteit veranderingen. Dit geldt met name in gebieden met lage signaal-ruis verhouding (zoals bij cliënten met een hoger BMI). Het wordt daarom geadviseerd om in dergelijke condities, bij gebruik van abdominale probes, de ‘SRI II’ stand niet (of verstandig) te gebruiken.
Opmerking: Speckle Reduction Imaging (SRI) is een adaptief filterproces dat de contrastwaarneembaarheid van echobeelden verbetert door toepassing van speckle-reductie, ruis-reductie en edge-enhancement technieken. Deze filters leiden echter ook tot verminderde detailwaarneembaarheid en het ophalen van randen rondom weefselovergangen (en andere filtereffecten) die kunnen leiden tot structuur-, vorm- en echodensiteit veranderingen. Dit geldt met name in gebieden met lage signaal-ruis verhouding (zoals bij cliënten met een hoger BMI). Het wordt daarom geadviseerd om in dergelijke condities, bij gebruik van abdominale probes, de ‘SRI II’ stand niet (of verstandig) te gebruiken.
Opmerking: Speckle Reduction Imaging (SRI) is een adaptief filterproces dat de contrastwaarneembaarheid van echobeelden verbetert door toepassing van speckle-reductie, ruis-reductie en edge-enhancement technieken. Deze filters leiden echter ook tot verminderde detailwaarneembaarheid en het ophalen van randen rondom weefselovergangen (en andere filtereffecten) die kunnen leiden tot structuur-, vorm- en echodensiteit veranderingen. Dit geldt met name in gebieden met lage signaal-ruis verhouding (zoals bij cliënten met een hoger BMI). Het wordt daarom geadviseerd om in dergelijke condities, bij gebruik van abdominale probes, de ‘SRI II’ stand niet (of verstandig) te gebruiken.
Het wordt geadviseerd om bij de C2-9-D en RAB6-D probes de SRI II standen 2 tot en met 5 verstandig te gebruiken en stand 1 niet te gebruiken. Tevens wordt geadviseerd om de IC5-9-D met SRI II stand 3 verstandig te gebruiken.
Opmerking: Speckle Reduction Imaging (SRI) processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om bij de C2-9-D en RAB6-D probes de SRI II standen 2 tot en met 5 verstandig te gebruiken en stand 1 niet te gebruiken. Tevens wordt geadviseerd om de IC5-9-D met SRI II stand 3 verstandig te gebruiken.
Opmerking: Speckle Reduction Imaging (SRI) processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden van de dieper gelegen structuren.
Het wordt geadviseerd om de iClear 6 en iClear 7 modes niet te gebruiken.
Opmerking: De iClear beeldbewerking kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken, maar deze kan ook de helderheid van structuren rondom reflecterende structuren en sterke overgangen (lokaal) veranderen, wanneer deze in meer geavanceerde instellingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde instellingen neemt de detail waarneembaarheid af en worden reflectieve structuren onrealistisch opgehaald en subtiele structuren onderdrukt. Dit kan leiden tot vorm- en echodensiteit verandering.
Conform advies van de leverancier/fabrikant wordt het aangeraden om iClear uit te zetten bij de beoordeling van structuren zoals organen en ruggenwervels of deze verstandig te gebruiken.
Het wordt geadviseerd om de iClear+ standen 1 tot en met 5 verstandig te gebruiken en de iClear+ standen 6 en hoger niet te gebruiken.
Opmerking: iClear+ is een adaptief filterproces dat de contrast-waarneembaarheid van echobeelden verbetert door toepassing van speckle-reductie, ruis-reductie en edge-enhancement technieken. Deze filters resulteren ook in een verminderde detailwaarneembaarheid en leiden tot structuur-, vorm- en echodensiteit veranderingen. Dit geld in het bijzonder bij gebruik van Harmonic imaging en in regio’s met lage signaalintensiteit.
Het wordt geadviseerd om XRES niet hoger dan stand 1 te gebruiken.
Opmerking: De XRES processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie, ruis reductie en andere filter technieken (zoals edge enhancement). XRES beïnvloedt ook de helderheid van structuren rondom weefselovergangen (lokaal) wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden, met name in gebieden met een lage signaalsterkte.
Het wordt geadviseerd om XRES niet hoger dan stand 1 te gebruiken.
Opmerking: De XRES processing kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie, ruis reductie en andere filter technieken (zoals edge enhancement). XRES beïnvloedt ook de helderheid van structuren rondom weefselovergangen (lokaal) wanneer deze in meer geavanceerde settingen gebruikt wordt. In deze geavanceerde settingen neemt de detail waarneembaarheid af en kan vervorming optreden, met name in gebieden met een lage signaalsterkte.
Opmerking: De ClearVision processing verbetert de contrastwaarneembaarheid op de beelden, maar kan echter echodense structuren, die dicht bij elkaar liggen, met elkaar verbinden (zoals b.v. de ruggenwervels). Daarnaast worden overgangen tussen structuren versterkt, zoals bijvoorbeeld de huidlijn van de foetus.
Conform advies van de leverancier/fabrikant wordt het derhalve aangeraden om ClearVision uit te zetten bij de beoordeling van bovengenoemde structuren of deze verstandig te gebruiken.
Opmerking: ClearVision is een adaptief filterproces dat de contrast-waarneembaarheid van echobeelden verbetert door toepassing van speckle-reductie, ruis-reductie en edge-enhancement technieken. Deze filters kunnen resulteren in een verminderde detailwaarneembaarheid en leiden tot structuur-, vorm- en echodensiteit veranderingen. Dit geld in het bijzonder bij gebruik van Harmonic imaging en in regio’s met lage signaal intensiteit. Het wordt daarom geadviseerd bij kwantitatieve beoordeling van weefsels en fijne structuren ClearVision niet (of verstandig) te gebruiken.
Het wordt geadviseerd de Ultra Art (UA) 2 en UA 3 mode niet te gebruiken.
Opmerking: De Ultra Art (UA) beeldbewerking kan de contrastwaarneembaarheid op de beelden verbeteren door toepassing van speckle reductie en filter technieken. Tegelijkertijd zorgen deze technieken ervoor dat de detailwaarneembaarheid afneemt. Ook kan deze leiden tot (lokale) vorm- en echodensiteit verandering doordat overgangen opgehaald worden en de subtiele structuren worden onderdrukt.
Voor vragen of meer informatie over de diverse testen of een advies op maat kunt u vrijblijvend contact opnemen via het algemeen contactformulier.
